Ik nodig mezelf uit tegenwoordig. Niet op de koffie. Niet op de thee. Zelfs niet om te zuipen. Ik nodig mezelf uit om in een 'vreemd' huis mijn monoloog Amen & uit! te brengen. Eén van de doelen van dit initiatief is, dat ik vind dat ik eens meer onder de mensen moet leren komen. Want ik kan niet zo goed om met publiek.
Zonet speelde ik mijn eerste huiskamervoorstelling.
Het was een beetje raar. Het publiek kwam niet voor de voorstelling, maar voor het huis. De bewoners gaven namelijk een 'familie-instuif' voor hun nieuwe woning. Een theatervoorstellingetje koppelen aan een drankje/hapje/dit-is-de-gang-naar-de-slaapkamer. Dat was op zich niet erg. Maar normaal speel ik voor mensen die toneel willen zien. Geen huis. Nu waren de mensen toch wat overrompeld en vooral een beetje luidruchtig. Allemaal geen groot probleem... Aandacht kan je winnen. Toch?
Maar een appel kwam niet goed terecht en middenin een ontroerend lied hoorde ik gegniffel en niet-eens-fluisterend geblaat. Na de voorstelling kroop ik van schaamte in een hoekje omdat niemand écht gemeende denkbeeldige bloemen om mijn hals hing, ook al had ik zélf het idee dat alles goed verlopen was (op die ene appel na).
Maar het publiek kwam natuurlijk niet voor denkbeeldige bloemen. Ze kwamen om de bewoners te feliciteren en het huis te inspecteren. Met dit besef voelde ik me een indringer en ik maakte dat ik snel weg kwam.
"Doorbijten, meid!" bedacht ik op de weg terug. En "Je wou toch zo nodig?"
De volgende keer dat ik onder de mensen kom, zal ik beter mikken.
"Hier ben ik, kijk en hoor me aan!"
vrijdag 6 juni 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten